FC Utrecht

Herculesplein 241
3584 AA
Utrecht
www.fcutrecht.nl
facebook twitter

FC Utrecht is een Nederlandse betaaldvoetbalclub, die uitkomt in de Eredivisie. Thuisbasis van de club, die in 1970 werd opgericht uit een fusie tussen Elinkwijk, DOS en Velox, is het Stadion Galgenwaard. Op de UEFA-ranglijst van de beste clubs in Europa staat FC Utrecht begin 2018 op de 235e plaats met 2 punten.

Algemene informatie

FC Utrecht was de eerste club buiten de traditionele 'top 3' (Ajax, PSV en Feyenoord) die de Johan Cruijff Schaal won (voorheen Supercup) en is net als diezelfde 'top 3' nog nooit uit de Eredivisie gedegradeerd. Dit laatste kan mede worden toegeschreven aan het feit dat FC Utrecht een van de jongere betaald voetbalorganisaties is. Maar ook een van de clubs waaruit FC Utrecht ontstond, DOS, speelde vanaf het begin van het betaalde voetbal tot 1970 onafgebroken in de eredivisie, zodat de Domstad nooit van eredivisievoetbal verstoken is geweest.

FC Utrecht beschikt over een voetbalacademie. De jeugd speelt op het Sportcomplex Zoudenbalch, waar ook het eerste team zijn trainingen afwerkt. De jeugdopleiding van FC Utrecht behoort in het seizoen 2008-2009 tot de zestien clubs in Nederland die beoordeeld zijn met vier sterren, hetgeen de hoogst haalbare beoordeling is. FC Utrecht heeft ook een samenwerkingsverband met verschillende amateurvoetbalclubs uit de regio. Dit verband, officieel RAC Talentenontwikkeling Midden-Nederland geheten, heeft als doel een betere doorstroming van talenten uit de omgeving naar de jeugdopleiding van de club. Tot de amateurclubs, gecategoriseerd op grootte in Categorie A, B en C, behoren onder andere USV Elinkwijk, SV Argon en SV Houten.

Op 30 september 2005, toen de club officieel 35 jaar bestond, heeft FC Utrecht een museum geopend op de vijfde etage van Stadion Nieuw Galgenwaard. Het nieuwe museum geeft een kijkje in het verleden van de club.

Een bekend icoon uit de geschiedenis van FC Utrecht was de cabaretier en zanger Herman Berkien, groot Utrechtsupporter en de maker van een aantal FC Utrecht-gerelateerde liedjes, waarvan Utereg me cluppie wellicht het bekendste is.

Aan het eind van elk seizoen wordt de David di Tommaso-trofee uitgereikt aan de speler die dat seizoen volgens de supporters van de meeste waarde was; de winnaar wordt bepaald middels een internetpoll. De naam is een eerbetoon aan David di Tommaso, de verdediger die meteen in zijn eerste jaar al erg populair was en de prijs voor meest waardevolle speler in ontvangst nam, en die in november 2005 plotseling aan een hartstilstand overleed. Zijn rugnummer, 4, zou vanaf dat moment nooit meer gedragen worden bij FC Utrecht.

Geschiedenis

Eind jaren 60 initieerde de gemeente Utrecht fusiegesprekken met de betaald voetbal afdelingen van DOS, Velox en Elinkwijk met als doel betaald voetbal op hoog niveau in Utrecht te kunnen blijven garanderen.

DOS was de grootste van de drie clubs. De club was, met zogenaamd betonvoetbal, al drie jaar lang op het nippertje aan degradatie ontsnapt. Door mismanagement stond de club aan de rand van het faillissement. Een cynische opmerking uit die tijd was: "De club kan niks, zelfs niet degraderen." Door de fusie kon een faillissement voorkomen worden.

Bij Velox en Elinkwijk werden de fusieplannen minder positief ervaren. Velox was begin jaren 60 gepromoveerd naar de Eerste divisie en was enkele keren dicht bij promotie naar de Eredivisie geweest. In 1968 degradeerde de ploeg echter weer naar de Tweede divisie.

Elinkwijk was sportief succesvoller dan Velox. Het wisselde seizoenen in de kelder van de Eredivisie af met seizoenen in de top van de Eerste divisie. Daarnaast leefde bij Elinkwijk het sentiment, dat het van oorsprong geen Utrechtse club was, maar afkomstig was uit het tot 1954 zelfstandige Zuilen. De club had geen voorkeur voor de op handen zijnde fusie, maar bezweek uiteindelijk onder de druk van de gemeente. Elinkwijk probeerde bij de fusiebesprekingen wel een plaats in de hoogste klasse van het amateurvoetbal af te dwingen, maar werd in de tweede klasse geplaatst. Het daaropvolgende seizoen werd de club kampioen en promoveerde hierdoor alsnog naar de eerste klasse.

In de zomer van 1970 was de fusie een feit en werd FC Utrecht opgericht. Aangezien DOS zich in het seizoen daarvoor ternauwernood had weten te handhaven in de Eredivisie, kon de fusieclub dat seizoen direct uitkomen op het hoogste niveau. De thuisbasis van de fusieclub werd het Stadion Galgenwaard, dat daarvoor het stadion van DOS was, de grootste van de drie fusiedeelnemers.

Eerste seizoen

De eerste trainer van de fusieclub werd Bert Jacobs, de toen 29-jarige trainer van Velox, die als assistent de 24-jarige Fritz Korbach naast zich kreeg, die afkomstig was van USV Elinkwijk. Hun opdracht was om van de drie kernen, met drie verschillende identiteiten, één club met één cultuur te smeden.

De selectie van FC Utrecht bestond in het eerste seizoen bijna volledig uit oud-spelers van DOS, Velox en USV Elinkwijk. Er werd slechts een speler van buiten aangetrokken. Verdediger Co Adriaanse kwam voor 125 duizend gulden over van De Volewijckers uit Amsterdam. De kern van de selectie bestond verder uit oud-DOS-spelers Cor Hildebrand, Ed van Stijn, Piet van Oudenallen, Tom Nieuwenhuys en John Steen Olsen, oud-Elinkwijkspelers Joop Leliveld, Jan Blaauw, Dick Teunissen en Jan Groenendijk en oud-Veloxspeler Marco Cabo.

Bijna-faillissement en wederopstanding

In de eerste tien jaar van zijn bestaan groeide FC Utrecht gestaag. Belangrijke spelers uit die periode waren Hans van Breukelen, Leo van Veen en Willem van Hanegem. Begin jaren 80 werd besloten tot een nieuwbouw van het stadion, dat Nieuw Galgenwaard genoemd werd.

In 1981 keerde het tij toen de FIOD een onderzoek instelde naar de club. Hieruit bleek een reeks van malversaties. Transfer- en salariskosten van verschillende spelers werden zwart gefinancierd. Tussen 1976 en 1980 had de club geen premies volksverzekeringen en loonbelasting over hand- en tekengeld betaald. Daarnaast was er gefraudeerd met de recettes. De club kon niet aan de gestelde naheffing voldoen en werd onder surseance van betaling gesteld. Een faillissement leek onontkoombaar. Hierop werden door spelers en supporters diverse acties georganiseerd. Middels een handtekeningenactie wist de club 66 duizend handtekeningen voor behoud van de club op te halen. De spelers gingen, onder leiding van Hans van Breukelen, langs de deuren met kwartetspellen van FC Utrecht en namen een single op getiteld We geven het niet op. De gemeente Utrecht besloot uiteindelijk gehoor te geven aan de sympathisanten en schoot de club het verschuldigde bedrag voor.

De eerste jaren van de jaren 80, onder trainer en oud-speler Han Berger, waren sportief bijzonder succesvol. Zo eindigde de ploeg in 1980 op de 5e, in 1981 op de 3e en in 1982 wederom op de 5e plaats van de eredivisie en behaalde de club in 1982 de bekerfinale, die werd verloren van AZ '67. Ook speelde de ploeg voor het eerst Europees voetbal. Dit was voor een groot deel te danken aan het grote aantal jeugdspelers dat in deze jaren doorbrak. Van de achttien selectiespelers die in 1982 de bekerfinale haalden kwamen er veertien uit de eigen jeugd, waaronder spelers als Hans van Breukelen, Gert Kruys, Willy Carbo en Ton de Kruijk. Veel selectiespelers uit deze succesjaren, Leo van Veen, Frans Adelaar, Willem van Hanegem, Ton du Chatinier en Jan Wouters, zouden later als hoofdtrainer terugkeren bij de club.

Hoewel de club sportief hoogtijdagen vierde, was de club financieel verre van gezond. Om het hoofd boven water te houden, moesten ieder seizoen de beste spelers worden verkocht. Zo vertrok Van Breukelen in 1982 naar Nottingham Forest, Carbo in 1983 naar Club Brugge en Robbie de Wit in 1984 naar AFC Ajax. Dit had tot gevolg dat FC Utrecht halverwege de jaren 80 terugzakte van een subtopper naar een stabiele middenmoter in de Eredivisie.

Op 1 april 1985 publiceerde het Utrechts Nieuwsblad een artikel over een op handen zijnde overname van de club. Een consortium van onder andere de Engels krantenmagnaat Robert Maxwell, Philips, KLM en Johan Cruijff, zouden plannen hebben om het bewind over FC Utrecht over te nemen. De supporters van de club waren fel gekant tegen deze overname, met name door de inmenging van oer-Ajacied Cruijff. Uiteindelijk ketste de overname af.

Nieuwe financiële problemen, zwakke jaren en succesvol begin nieuwe eeuw

Na een aantal sportief zwakkere jaren, bereikte FC Utrecht in 1991 de 4e plaats van de eredivisie, met spelers als Johan de Kock, Jan Willem van Ede en Rob Alflen. Hierna ging het echter snel bergafwaarts met de club. Doordat het FC Utrecht niet meer lukte zich te plaatsen voor Europees voetbal werden er inkomsten misgelopen. Tussen 1989 en 1996 werden in 7 jaar tijd, 6 trainers versleten en waren er evenveel directiewisselingen. Er ontstonden ruzies en geldproblemen, waardoor er wederom goede spelers verkocht moesten worden om de gaten in de begroting te dichten. Zo vertrok Rob Alflen in 1991 naar Ajax, Johan de Kock in 1994 naar Roda JC en Ferdi Vierklau in 1996 naar Vitesse.

In 1996 greep hoofdsponsor AMEV in. De club kreeg een financiële injectie in ruil voor bestuurlijke macht. De verzekeraar stelde Hans Herremans aan als voorzitter. In 1996 werden direct vele aankopen gedaan. Errol Refos, Rob Witschge en oud-Utrechter John van Loen kwamen over van Feyenoord, Reinier Robbemond van FC Dordrecht, Dick van Burik van NAC Breda en Michael Mols van FC Twente. Ronald Spelbos werd aangesteld als hoofdtrainer met Jan Wouters als assistent naast zich. In 1998 werd er begonnen aan een complete renovatie van het stadion, naar een ontwerp van Zwarts & Jansma Architecten.

Ondanks de kapitaalinjectie, bleven sportieve successen de eerste jaren uit en diverse trainers passeerden de revue. In 1993 werd de subtop nog bereikt, maar tot 2001 wist de club niet hoger dan de 10e plaats te komen. In 1994 en 1996 werd de club zelfs 15e. In 1996 won de ploeg maar 6 keer, waaronder de belangrijke 1-2 bij FC Twente, waardoor de nacompetitie werd ontlopen. Pas in 2001 wist de ploeg, onder leiding van oud-speler Frans Adelaar weer Europees voetbal te behalen via een 5e plek. Utrecht pakte evenveel punten als RKC, Roda JC en Vitesse, maar behaalde op doelsaldo de vijfde plek. In 2002 verloor de ploeg nog de finale van de KNVB-beker, maar in 2003 en 2004 wist de ploeg, die onder leiding was gekomen van Foeke Booy, de beker te winnen. Belangrijke spelers in deze periode waren onder andere Dirk Kuijt, Tom van Mol, Jean-Paul de Jong, Pascal Bosschaart en Stijn Vreven. In 2004 werd ook nog eens de Johan Cruijff Schaal gepakt ten koste van Ajax (2-4).

Als gevolg van onder andere de economische crisis en het uitblijven van lucratieve transfers stond FC Utrecht in het voorjaar van 2003 echter wederom aan de rand van de afgrond. Er was geen geld meer om Midreth, het bedrijf dat verantwoordelijk was voor de bouw van het stadion, te betalen. Op dat moment was het stadion voor een groot deel af. Aangezien het materiaal voor de bouw al geleverd was, schoot het bouwbedrijf de kosten, zo'n vijfenhalf miljoen euro voor. Hierdoor werd de club echter wederom opgezadeld met een enorme schuld. Met een sanering en de verkoop van alle bezittingen, waaronder het stadion, aan onder andere de gemeente Utrecht en Midreth, werd een faillissement afgewend.

In de jaren hierna keert FC Utrecht terug naar de middenmoot van de Eredivisie. In november 2005 kreeg de club een zware klap te verwerken toen de populaire Franse verdediger David di Tommaso, die in 2004 was overgekomen van CS Sedan, overleed aan een acute hartstilstand.

Overname

Na het afgewende faillissement van 2003 lukte het FC Utrecht, ondanks deelname aan de UEFA Cup in 2003 en 2004, niet meer om uit de schulden te komen. In juli 2007 toonde Phanos voor het eerst interesse in overname van de club. Voor het symbolische bedrag van 1 euro, wilde het vastgoedbedrijf de club, inclusief alle schulden overnemen. Het bedrijf was hierna voornemens het huidige stadion te slopen om het terrein vrij te maken voor woningbouw. Het bedrijf zou vervolgens een nieuw stadion bouwen nabij nieuwbouwwijk Leidsche Rijn. Tevens wilde Phanos de club door middel van financiële injecties structureel laten aansluiten bij de top van de eredivisie. Het plan stuitte op veel weerstand aangezien de Galgenwaard net ingrijpend was verbouwd en de fans bang waren dat de club haar ziel kwijtraakte.

Hierop volgend brak er een conflict uit tussen de voorzitter Jan Willem van Dop, die in 2005 als bestuurder van Feyenoord was overgekomen, en de Raad van Commissarissen. De Raad verweet Van Dop financieel wanbeleid, een gebrekkige communicatie en solistisch gedrag, onder andere bij het aantrekken van trainer Willem van Hanegem en spits Kevin Vandenbergh. Op 3 september 2007 werd Van Dop op non-actief gezet, maar drie dagen later via een kort geding weer in functie gezet. Direct hierop besloot de Raad van Commissarissen zelf hun functie ter beschikking te stellen.

Op 2 april 2008 maakte het bestuur van FC Utrecht via een persconferentie bekend dat de club in ondernemer Frans van Seumeren, oud-directeur van bergingsbedrijf Mammoet, een geschikte overnamekandidaat had gevonden. Van Seumeren verkreeg voor 16 miljoen euro 63% van de aandelen van de FC Utrecht BV. Hij beloofde hierbij zich voor een periode van zeker 10 jaar aan de club te verbinden en eventuele opbrengsten te herinvesteren in de club. Hij stelde als doel dat de club binnen een paar jaar weer aansluiting met de subtop moest vinden, vergelijkbaar met een club als sc Heerenveen. Van Seumeren nam plaats in de nieuwe Raad van Commissarissen, waar Jacques van Ek voorzitter van werd. Ondanks dat eerdere overname kandidaat Phanos het nakijken had bij de overeenkomst tussen FC Utrecht en Van Seumeren, bleven zij tot maart 2011 als shirtsponsor aan de club verbonden.

Ommezwaai onder Van Seumeren

Van Seumeren bemoeide zich, in zijn functie als eigenaar van de club, actief met het sportieve beleid van de club. In de zomer van 2008 greep, tegen de wens van hoofdtrainer Willem van Hanegem, hij in in de technische staf door assistent-trainers John van Loen, David Nascimento, conditietrainer Rob Druppers en keeperstrainer Maarten Arts te vervangen. Eind 2008 ontsloeg hij Van Hanegem, nadat deze zich meermalen negatief had uitgelaten over Van Seumeren. In diens kielzog vertrok ook technisch directeur Piet Buter. Zij werden vervangen door het duo Ton du Chatinier en Foeke Booy, waarmee de club in rustiger vaarwater kwam.

In 2011 vertrok voorzitter Van Dop bij FC Utrecht. In hetzelfde jaar werd Wilco van Schaik aangesteld als algemeen directeur van de club. De functieverandering onderschreef de ombouw van FC Utrecht van een vereniging naar een vennootschap. In de zomer van 2011 werd Du Chatinier vervangen door Jan Wouters. In 2012 werd Booy, ondanks een succesvol verkoopbeleid, aan de kant gezet, wegens tegenvallende resultaten. In het seizoen 2012-2013 beleefde Utrecht een van zijn beste seizoenen. Het werd 5de van Nederland, won de play-offs en evenaarde het oude puntenrecord uit 1981 (63 punten). Het seizoen daarop bleek echter een fikse tegenvaller; Utrecht werd in de 2de voorronde van de Europa League uitgeschakeld door het Luxemburgse Differdange. Utrecht werd uiteindelijk 10e.

Toen Wouters in 2014, na drie jaar hoofdtrainer te zijn geweest, besloot zijn contract niet te verlengen, werd er qua technisch beleid een nieuwe weg ingeslagen. Co Adriaanse werd aangesteld als technisch adviseur, een functie die sinds het vertrek van Booy in 2012 vacant was. Adriaanse verkreeg een adviserende, maar geen bindende, stem in het spelersbeleid. Hij kreeg wel bevoegdheden in het samenstellen van de technische staf van de club. Rob Alflen, assistent onder Wouters, zou de trainingen gaan verzorgen. Het tweetal kreeg de opdracht mee om meer attractief voetbal te spelen. Daarnaast werd directeur Van Schaik voor onbepaalde tijd vastgelegd.

Alflen als hoofdtrainer bleek met een 11e plaats geen succes, en al snel werd duidelijk dat er in de zomer van 2015 een nieuwe hoofdtrainer moest worden gezocht. Dit werd Erik ten Hag, die hiervoor de beloften van Bayern München trainde. Als assistent werd clubicoon Jean-Paul de Jong aangesteld. Ook Adriaanse vertrok bij de club. Ten Hag werd tevens technisch manager. Het seizoen 2015/16 verliep zeer succesvol. Utrecht werd, net als in 2013, 5de van Nederland en bereikte de bekerfinale, die met 2-1 werd verloren van Feyenoord. Utrecht verloor de finale van de play-offs om een ticket voor Europees voetbal van Heracles Almelo.

In het seizoen 2016/17 stelde FC Utrecht, twee speelronden voor het einde, de vierde plaats veilig. In de finale van de play-offs om Europees voetbal werd na een spannend tweeluik uiteindelijk afgerekend met AZ (0-3, 3-0, 4-3 na strafschoppen).

Europees voetbal

De eerste keer dat FC Utrecht internationaal zou spelen was in 1980, toen FC Arge? Pite?ti de tegenstander was. De Roemeense club werd met 2-0 verslagen, maar het daaropvolgende Eintracht Frankfurt bleek een maatje te groot. Utrecht zou in de jaren 80 nog vaker op Europees niveau spelen, onder meer tegen clubs als Hamburger SV en Dynamo Kiev. HSV werd in 1981 met 0-1 verslagen, in 1985 Dynamo Kiev met 2-1. Hoewel beide resultaten niet genoeg waren om naar de volgende ronde te gaan, staan deze overwinningen te boek als grootse prestaties. Na de uitschakeling in de UEFA Cup door Real Madrid in 1991 duurde het tien jaar voordat FC Utrecht opnieuw Europees voetbal afdwong. Vanaf 2001 werd vier seizoenen op rij in Europa gespeeld, maar Utrecht wist zich nooit te plaatsen voor de derde ronde. Vooraf aan het seizoen 2007/2008 speelde de plaatselijke FC in de Intertoto Cup tegen Hammarby IF, waar het eerste duel in Zweden een 0-0 gelijk werd. De return in Utrecht eindigde in 1-1, waardoor de club zich niet wist te plaatsen voor de tweede voorronde van de UEFA Cup. In 2010 plaatste het zich via de Play-offs voor de voorrondes van de Europa League, waarin KF Tirana werd verslagen. In de derde voorronde speelde Utrecht tegen FC Luzern, beide wedstrijden werden gewonnen. In de laatste voorronde treffen de Domstedelingen het "grote" Celtic FC. In Schotland verloren ze met 0-2, maar de return op 26 augustus werd met 4-0 gewonnen waardoor FC Utrecht zich wist te kwalificeren voor de groepsfase van het toernooi. De eerste twee wedstrijden, uit tegen SSC Napoli en thuis tegen het grote Liverpool FC werden met 0-0 gelijk gespeeld. Uiteindelijk werd de volgende ronde niet gehaald, met 5 gelijke spelen en 1 nederlaag (uit bij Steaua Boekarest). In de zomer van 2013 was men minder gelukkig. Tegen de Luxemburgse nummer vier FC Differdange 03 werd FC Utrecht in de tweede voorronde van de Europa League uitgeschakeld. In 2017 wist FC Utrecht een zwarte bladzijde uit de geschiedenis voorgoed doen vergeten. Na een 0-0 gelijkspel tegen het Maltese Valletta FC, won het in Waalwijk met 3-1. Er werd uitgeweken naar Waalwijk, omdat het Vrouwen EK op dat moment bezig was. In de 3e voorronde lootte FC Utrecht het Poolse Lech Poznan. Het speelde in de thuiswedstrijd 0-0, maar wist in Poznan tot een 2-2 gelijkspel te komen en zo door te gaan op uitdoelpunten. In de play-off ronde lootte het de Russische grootmacht Zenit Sint-Petersburg. Het wist thuis verrassend met 1-0 te winnen.

Beker

De club uit de Domstad wist zich 6 keer te plaatsen voor de finale van de KNVB beker, waarin 3 keer gewonnen werd. De eerste finale was in 1982, tegen AZ '67. Thuis werd met 1-0 gewonnen, maar in de return bleek AZ '67 de betere ploeg: 5-1. De volgende keer, in 1985, was het wel raak. Helmond Sport was een lastige tegenstander, maar John van Loen kopte de club naar de overwinning.

Het zou vervolgens tot 2002 duren voor FC Utrecht weer de finale zou bereiken. Het liep echter uit op een deceptie. Tegen het eind van de wedstrijd tegen Ajax, met een 2-1-voorsprong, schoot Wamberto vanuit buitenspelpositie binnen. In de verlenging bleek Utrecht gebroken. Het jaar daarop kon de beker wel weer omhoog worden gehouden. In een volle Kuip werd Feyenoord met 4-1 verslagen. In 2004 werd dit succes herhaald: met 1-0 werd FC Twente naar huis gestuurd. In het seizoen 2010/11 werd de halve finale gehaald, in het seizoen van 2015/16 werd weer de finale gehaald. Daarin verloor het de finale van Feyenoord met 2-1.

Aanhang

FC Utrecht staat erom bekend een club van het volk te zijn, vergelijkbaar met Feyenoord. In het seizoen 2006-2007 kwamen er gemiddeld 20.004 personen per wedstrijd naar het stadion, waarmee het toeschouwersaantal voor het vijfde jaar op rij is gegroeid. Het overgrote deel van de supporters is afkomstig uit de provincie Utrecht.

Imago van de club

Uit een onderzoek uit 2007 van het bureau Sport+Markt voor de Eredivisie CV, waarin de imagowaarde van de eredivisieclubs werd bekeken, kwam naar voren dat FC Utrecht op de zevende plaats staat wat betreft aantrekkelijkheid: net onder FC Groningen en FC Twente, net boven De Graafschap en Sparta Rotterdam. Uit het onderzoek bleek dat ongeveer 3,3 miljoen Nederlanders een beeld van Utrecht hadden, en 40,23% daarvan, oftewel 1.320.000 personen, het als een attractieve club beschouwden. In totaal voelden 740.000 mensen zich "emotioneel betrokken" bij de club en waren 1.240.000 personen "gefascineerd" door de Domstadploeg. Opvallend is dat, ondanks de reputatie als volksclub, slechts 810.000 personen zich identificeerden met FC Utrecht, waarmee de club op een achtste positie kwam te staan. Dit was ook de uiteindelijke positie van de ploeg op de imagoranglijst.

Het onderzoek naar het imago van de eredivisieclubs maakte deel uit van het zogenaamde CPM-model (Club Positioning Matrix), dat door de Eredivisie CV gebruikt wordt als barometer voor het verdelen van de tv-gelden onder de clubs. Naast het imago spelen ook de marktwaarde, de doelgroep, het stadion, de omzet en de UEFA-ranglijst een rol in het bepalen van de score. Uiteindelijk bepalen de CPM-ranglijst en de sportieve prestaties per club hoe de tv-gelden worden verdeeld. FC Utrecht staat op deze lijst met 1636 punten op de zesde plaats, achter respectievelijk Ajax, PSV, Feyenoord, AZ en sc Heerenveen.

Supportersverenigingen

De club wordt gesteund door meerdere supportersverenigingen, waarvan de grootste en bekendste de officiële SupportersVereniging FC Utrecht is. De vereniging, opgericht in 1981, coördineert de meeste supportersacties. Daarnaast geeft deze het clubblad Forza uit. Daarnaast is de harde kern georganiseerd in de Bunnikside en behartigt stichting True Support de belangen van supporters die niet bij een vereniging zijn aangesloten. De Vereniging Business Associates FC Utrecht vertegenwoordigt de sponsors en andere bedrijven die een band hebben met de club. De laatste grote vereniging zijn de Vrienden van FC Utrecht, een supportersclub die nog uit de DOS-tijd stamt en daarom vooral oudere leden kent. Sinds 1 augustus 2011 is er een nieuwe supportersvereniging bijgekomen onder de naam We Love Utreg (WLU).

Bunnikside

FC Utrecht staat bekend om zijn beruchte verleden op gebied van rellen en andere randverschijnselen. De Bunnikside, waar de fanatieke aanhang van de club zit, was in de jaren 70 de beruchtste 'side' die voor veel vernielingen zorgden. In uitwedstrijden tegen clubs als Ajax (F-Side), ADO Den Haag (Midden-Noord) en Feyenoord (Vak S) was de Bunnikside vaak aanwezig. Regelmatig resulteerde dit in rellen en gevechten. Ook is er meer dan eens een trein gesloopt. De Bunnikside behoort tot de sides die opkwamen samen met het hooliganisme in de jaren 70. Er werd met puur geweld doelbewust de confrontatie gezocht, en deze werd door andere agressieve sides regelmatig beantwoord. Doordat er weinig contact was tussen het bestuur en de fans, waren de problemen lastig op te lossen.

De agressie van de harde kern kan worden aangetoond met enkele cijfers. In de periode 1970-1980 was de club betrokken bij 58 incidenten in de eredivisie van het Nederlandse betaalde voetbal. FC Utrecht is koploper met 58 van de 402 incidenten, Feyenoord was betrokken bij 54 incidenten, Ajax bij 47 en ADO Den Haag bij 30. Van de 58 incidenten waar FC Utrecht bij betrokken was, vonden er 14 (9 veroorzaakt door eigen aanhang) plaats in de periode 1970-1975 en 44 (39 veroorzaakt door eigen aanhang) in de periode 1975-1980.

Vanaf de jaren 80 kwam hier verandering in. Gelijk met de opening van het Stadion Nieuw Galgenwaard – de Bunnikside had geholpen met de sloop van het vorige – werd de controle verscherpt en werden de straffen verhoogd. Ook werd er voor het eerst contact gelegd tussen de club en de aanhang, wat de oprichting van een gecoördineerde supportersvereniging tot gevolg had.

Ondanks deze verbeteringen staat de Bunnikside nog steeds bekend als een van de beruchtste supportersaanhangen van Nederland. In 2006 ontstonden nog relletjes tijdens de thuiswedstrijden tegen Ajax en ADO Den Haag, die beiden ook over een fanatieke aanhang beschikken. Ook liep een bezoek van een aantal supporters aan een wedstrijd van CS Sedan Ardennes tegen Paris Saint-Germain, dat vooraf sterk was afgeraden door voorzitter Jan Willem van Dop, uit op rellen. Zij waren daar oorspronkelijk om de overleden David di Tommaso, die bij Sedan had gespeeld, te herdenken.

Trinunenaam

De naam van de tribune, die zich zoals gebruikelijk achter een van de doelen bevindt, is afkomstig van een wedstrijd aan het begin van de jaren 70, toen enkele personen op de tribune vuurwerk op het veld gooiden. De stadionomroeper vroeg vervolgens "of de mensen op de Bunnikzijde willen stoppen met het vuurwerk". Hiermee werd gerefereerd aan het feit dat de plaats Bunnik - enkele kilometers - achter deze tribune lag. In de loop der jaren is de naam van Bunnikzijde in Bunnikside veranderd, onder invloed van onder andere de Engelse sides. Ook heeft de tribune een korte periode East Side geheten, omdat de burgemeester van Bunnik zijn beklag had gedaan bij de directie: zijn plaats zou zo een slechte naam krijgen. Al gauw werd echter de naam Bunnikside heringevoerd.

Rivaliteit

Omdat er binnen de regio geen grote clubs zijn ontbreekt het Utrecht aan een echte klassieke rivaal. Voor Utrecht-supporters is Ajax echter de belangrijkste opponent, en wedstrijden tussen beide ploegen zijn altijd zeer beladen. Deze spanning wordt versterkt door het feit dat beide clubs over een zeer actieve harde kern beschikken, die regelmatig met elkaar in aanraking komen.

Logo

Bij de oprichting van FC Utrecht in 1970 werd gekozen voor het stadswapen van de stad Utrecht, bestaande uit twee diagonale rode en witte vlakken, als embleem van de nieuwe club. Vanaf het tweede seizoen werd dit ook op het tenue gedrukt. Tekst was op dat moment nog afwezig. Deze werd later toegevoegd, samen met dikke zwarte lijnen rond de vlakken. In 1983 - na de invoering van shirtsponsoring in het betaald voetbal - werd het zwart vervangen door blauw, aangezien dat de huiskleur van hoofd- en shirtsponsor Nissan Motors was. Sindsdien is het logo onveranderd gebleven. Opmerkelijk is echter wel dat men destijds een nogal opvallende fout heeft gemaakt. In het logo loopt de verdeling van wit/rood van rechtsboven schuin naar linksonder. Het wapen van de stad is echter andersom, van linksboven schuin naar rechtsonder. Toen men dit in 1983 ontdekte, is echter besloten om het zo te laten. Dit mede door de enorme kostenpost die deze correctie op allerlei vlakken met zich mee zou brengen. (Men had tenslotte net een faillissement kunnen voorkomen begin jaren 80...)

Tenue

In de beginjaren van de club wisselde het tenue nog weleens. De basiskleuren waren altijd rood en wit, maar de samenstelling is meerdere keren veranderd. De eerste twee seizoenen werd met een wit shirt en een rode broek gespeeld, waarna dit werd omgedraaid. Ook heeft de club enkele jaren in een compleet rood tenue met enkele witte accenten gespeeld. Vanaf het eind van de jaren 70 is er echter altijd in een rood shirt met witte broek gespeeld, met uitzondering van de seizoenen 1986-1987, 1987-1988 en 1994-1995, toen ook de broek rood was. In eerste instantie had het shirt enkel een witte baan over de schouders, maar met de intrede van een shirtsponsor werd er ook een horizontale witte baan midden over het shirt ingevoerd, met daarop in het zwart de naam van de sponsor. Met ingang van het seizoen 1988-1989 werd deze echter ingewisseld voor een diagonale baan van linksonder naar rechtsboven.
Wapen van de stad Utrecht

Vanaf 1997 werd het shirt weer effen, afgezien van de baan over de schouders, die altijd behouden was gebleven. Wel werd er veel gebruikgemaakt van dunne witte lijnen, bijvoorbeeld tussen de borst en de mouwen. In het seizoen 2005-2006 speelde de club met een brede witte baan over de linkerschouder. Halverwege het seizoen 2006-2007 werd bekendgemaakt dat de club het daaropvolgende seizoen in een shirt dat diagonaal is verdeeld in een rode en een witte zijde zal spelen, waarmee het in lijn komt met het Utrechtse stadswapen.

Stadion

FC Utrecht heeft sinds de oprichting in 1970 in hetzelfde stadion gespeeld: het Stadion Galgenwaard aan de Herculeslaan in Utrecht-Oost. Sinds de club er zijn intrek heeft genomen, zijn er twee grote renovaties doorgevoerd, in 1981 en 2001.

Het eerste stadion is gebouwd in het begin van de jaren 30. Ondanks bezwaren van het Ministerie van Oorlog, aangezien het bouwwerk binnen het schootsveld van de fortensingel lag, en het feit dat Europa midden in een economische crisis zat, was de bouw in 1936 voltooid. Op Hemelvaartsdag van dat jaar, 21 mei, werd het nieuwe bouwwerk feestelijk geopend met een aantal sportieve activiteiten, waaronder een vriendschappelijke wedstrijd tussen ADO en Sparta Rotterdam (3-2). Om het voetbalveld lag een wielerbaan, waar die avond motorwedstrijden plaatsvonden, en er werden tevens atletiek- en turnwedstrijden gehouden. De nieuwe sportaccommodatie, gebouwd door de Utrechtse Dienst Gemeentewerken, kende een totale capaciteit van circa 10.000 toeschouwers. Het was de thuisbasis van de voetbalclubs Hercules en DOS. Laatstgenoemde zou in 1970 fuseren met Elinkwijk, spelend aan de Amsterdamsestraatweg in de wijk Zuilen, en Velox, dat in 1967 al van de Koningsweg naar de Galgenwaard was verhuisd.

Het stadion, dat nu FC Utrecht als bespeler had, werd in 1981 voor het eerst volledig herbouwd. Voor het bouwbedrijf echter de kans kreeg met de sloop te beginnen was het de beurt aan de supporters. Op 21 april, na afloop van de wedstrijd tegen PSV, werd het stadion door de harde kern van de fans eigenhandig afgebroken. Het nieuwe stadion, Nieuw Galgenwaard genaamd, bestond uit vier losstaande tribunes. Mede dankzij de grachten om het veld was het in zijn tijd een van de modernste stadions ter wereld.

Het eerste Stadion Galgenwaard

In 1998 werden de eerste plannen gemaakt voor een complete renovatie van het stadion. De capaciteit van het oude was niet meer toereikend, waardoor de bezoekersstromen niet goed konden worden georganiseerd. Daarnaast was er geen enkele vorm van verbinding tussen de vier tribunes. Het ontwerp van het nieuwe stadion is afkomstig van Zwarts & Jansma Architecten, onder andere verantwoordelijk voor het DSB Stadion. De renovatie vond plaats in verschillende stappen: in 2001 werd er een compleet nieuw hoofdgebouw geconstrueerd onder de noordtribune, waarvan de stoelen en het dak werd vervangen. Twee jaar later was de zuidtribune aan de beurt, waar een enorme sporthal van vier verdiepingen achter werd geplaatst. Uiteindelijk waren de twee zijtribunes (Bunnikside en Cityside genoemd) aan de beurt. De capaciteit werd uitgebreid met 13.000 stoelen - er zijn geen staanplaatsen - zodat er nu 24.500 toeschouwers plaats kunnen nemen.

Deze informatie over FC Utrecht is geheel of gedeeltelijk overgenomen van wikipedia op 2018-04-16.
Derhalve zijn gegevens mogelijk niet meer actueel.