Voetbaltermen

Wat is dat eigenlijk een vleugelspits of voorhoede, circelpressie of een hattrick. In deze lijst lees je de betekenis van de meest voorkomende begrippen uit het voetbal.

Achterhoede De linie van de verdedigers. Ook wel defensie genoemd. Achtste finale Als in een reeks van wedstrijden, buiten de gewone competitie om, nog zestien ploegen over zijn, zitten die ploegen in de achtste finales. De winnaars van de achtste finales komen in de kwartfinales. De winnaars van de kwartfinale komen in de halve finale Angstgegner Een tegenstander tegen wie in het verleden zo vaak slecht is gespeeld of van wie zo vaak ongelukkig verloren is, dat men bang is geworden opnieuw onderuit te gaan Arbiter De scheidsrechter van de wedstrijd. Afstandsschot Een schot van ver buiten het strafschopgebied. Assist Een goede pass of voorzet geven waaruit een medespeler weet te scoren. Assistent-scheidsrechter Persoon met de vlag aan de zijkant van het veld. Let op buitenspel, ingooien en overtredingen. Vroeger grensrechter genoemd. Balcirculatie Het rondspelen van de bal in het eigen team Balcontrole De baas zijn over de bal, omdat je de juiste techniek bezit. Baltempo De snelheid waarmee er overgespeeld en bewogen wordt. Basisspeler Een basisspeler is een voetballer die vanaf de eerste aftrap op het veld staat. Blessuretijd De extra tijd die een scheidsrechter na 90 minuten rekent om de tijd die verloren is gegaan door blessuregevallen en wissels goed te maken. Buitenspel Je kunt alleen buitenspel staan op de aanvalshelft. Wanneer? Als je bal krijgt aangespeeld op het moment dat er tussen jou en de laatste verdediger (meestal de keeper) geen andere verdediger meer staat. Sta je op moment van spelen op één lijn met de voorlaatste verdediger, dan is het geen buitenspel. Catanaccio Een opstelling waarin met hoopt te bereiken dat de tegenstander niet door de verdediger komt, zelf speelt men vervolgens verdedigend en hoopt op een counter. Cirkelpressie In een halve cirkel rond het doel overspelen en loeren op een goed afstandsschot. Corner Engels woord voor de hoekschop. Counter Vliegensvlugge tegenaanval van de ploeg die aan het verdedigen was. Door het snelle omschakelen kan dide aanval meteen gevaarlijk zijn omdat er veel ruimte ligt. Crosspass Lange, diagonale (schuine) bal waarmee het spel snel over de breedte van het veld wordt verplaatst. Defensie De linie van de verdedigers. Ook wel achterhoede genoemd. Dekken Het strak verdedigen van een tegenstanden. Derby Een wedstrijd tussen twee rivalen uit dezelfde stad (stadsderby) of regio (streekderby). Dribbelen Over het veld rennen met de bal aan de voet. Eén-tweetje Een combinatie met een medespeler. Je speelt de bal naar hem, loop door en krijgt hem vervolgens weer terug. Goal het engelse woord voor doelpunt. Kan ook het doel betekenen. Hakbal De bal met de achterkant van je voet (hak) spelen. Hands Als een voetballer de bal met de hand raakt spreek je van hands. Hands is een Engelse term. Hattrick In dezelfde wedstrijd drie keer scoren. Een perfecte hattrick is in één helft drie doelpunten achter elkaar maken, zonder een tegendoel. Inworp Ook wel ingooi genoemd. De bal vanaf de zijkant weer in het spel brengen door deze van boven het hoofd in het veld te werpen. Kaatsen Dit wordt meestal gedaan door een spits. Die krijgt de bal over de grond aangespeeld, vaak met een verdediger in zijn rug, en laat de bal zo van zijn schoen stuiten (kaatsen) dat die in één keer bij een teamgenoot terecht komt. De bal wordt dus niet eerst gestopt. Kans Een goede mogelijkheid om te kunnen scoren. Keeper Engels voor doelman. Soms ook wel sluitpost genoemd. Knijpen Een speciale vorm van rugdekking geven. Bijvoorbeeld: als de bal aan de linkerkant is moet de rechterverdediger vanaf de zijkant naar binnen komen (knijpen). Hiermee maak je de speelruimte voor de tegenstander zo klein mogelijk. Koppen Met het hoofd de bal raken. Kruising De plek linksboven of rechtsboven in een doel waar de paal en de lat samenkomen.

Op de volgende pagina staan de voetbaltermen van L tot Z.

Hoe komen we aan voetbaltermen?

Hoe komen mensen aan nieuwe, eigen woorden? Ten eerste uit een andere taal. In de voetbaltaal is er natuurlijk veel geleend uit het Engels; Engeland is tenslotte de bakermat van het voetbalspel. Dus kennen we woorden als corner, penalty, en goal. Een kenmerk van leenwoorden is dat ze over het algemeen aangepast worden aan het systeem van de ‘ontvangende’ taal, in dit geval dus het Nederlands. In de voetbaltaal gebeurt precies hetzelfde. Veel Engelse woorden zijn ook letterlijk vertaald in een Nederlands equivalent: voetbal voor football is het zuiverste voorbeeld.
Op de website van Kennislink lees je meer over de herkomst van voetbaltermen.