Regel 12 Overtredingen en onbehoorlijk gedrag
Directe en indirecte vrije schoppen en strafschoppen kunnen alleen worden toegekend voor overtredingen en vergrijpen begaan terwijl de bal in het spel is.
1. Directe vrije schop
Een directe vrije schop wordt toegekend, indien een speler één van de hieronder volgende overtredingen begaat ten opzichte van een tegenstander op een wijze die door de scheidsrechter wordt beoordeeld als onvoorzichtig, onbesuisd of als gepaard gaande met buitensporige inzet:
- aanvalt;
- springt naar;
- trapt of probeert te trappen;
- duwt;
- slaat of probeert te slaan (inclusief een kopstoot);
- ten val brengt of een duel aangaat;
- laat struikelen of probeert te laten struikelen.
Als een overtreding gepaard gaat met contact dan wordt deze bestraft met een directe vrije schop of strafschop
- Onvoorzichtig betekent, dat de speler een duel ondoordacht aangaat of dat hij onbezonnen handelt. Een disciplinaire sanctie is niet nodig;
- Onbesuisd betekent, dat de speler handelt zonder het gevaar of de gevolgen voor de tegenstander in ogenschouw te nemen. Een speler die onbesuisd speelt moet een waarschuwing ontvangen;
- Met buitensporige inzet betekent, dat de speler de noodzakelijke inspanning ver overschrijdt en dat hij de veiligheid van de tegenstander in gevaar brengt. Een speler die met buitensporige inzet speelt moet van het speelveld gezonden worden.
Een directe vrije schop wordt ook toegekend aan de tegenpartij, indien een speler één van de hieronder volgende overtredingen begaat:
- opzettelijk de bal met de hand of arm speelt (dit geldt niet voor de doelverdediger binnen zijn eigen strafschopgebied);
- een tegenstander vasthoudt;
- een tegenstander blokkeert met contact;
- een tegenstander bespuwt.
Zie ook de overtredingen in Regel 3
HandsHands houdt in, dat de speler de bal opzettelijk met de hand of arm speelt/raakt.
- de beweging van de hand naar de bal (niet de bal naar de hand);
- de afstand tussen de tegenstander en de bal (onverwachte bal);
- de positie van de hand hoeft niet noodzakelijkerwijs in te houden dat er altijd sprake is van een overtreding;
- de bal raken met een voorwerp dat in de hand gehouden wordt (kleding, scheenbeschermer etc.) wordt gezien als een overtreding;
- de bal raken door met een voorwerp te gooien (schoen, scheenbeschermer etc.) wordt gezien als een overtreding.
De scheidsrechter moet het volgende in overweging nemen:
Buiten het strafschopgebied gelden voor de doelverdediger dezelfde restricties met betrekking tot het spelen van de bal met de hand of arm als voor alle andere spelers. Binnen zijn eigen strafschopgebied kan de doelverdediger niet worden bestraft voor hands met als straf een directe vrije schop of een andere gerelateerde straf, maar hij kan zich wel schuldig maken aan een overtreding door het spelen van de bal met de hand of de arm als deze overtreding bestraft moet worden met een indirecte vrije schop.
2. Indirecte vrije schop
Een indirecte vrije schop wordt toegekend indien een speler:
- speelt op een gevaarlijke wijze;
- een tegenstander in diens loop belemmert, zonder dat er contact gemaakt wordt;
- zich schuldig maakt aan het geven van commentaar, het gebruiken van grove, beledigende of ongepaste taal en/of gebaren of andere verbale overtredingen maakt;
- voorkomt dat de doelverdediger de bal uit zijn handen in het spel kan brengen of de bal trapt of er naar trapt als de doelverdediger bezig is deze in het spel te brengen;
- een andere overtreding begaat, niet elders genoemd in de spelregels, waarvoor het spel wordt onderbroken om een speler te waarschuwen of van het speelveld te zenden.
Een indirecte vrije schop wordt toegekend indien een doelverdediger, binnen zijn eigen strafschopgebied, één van de hieronder volgende overtredingen begaat:
- langer dan zes seconden de bal in zijn handen houdt, voordat hij deze weer in het spel brengt;
- de bal met zijn handen raakt nadat:
- hij deze in het spel heeft gebracht en voordat de bal is geraakt door een andere speler;
- deze hem doelbewust naar hem is getrapt door een medespeler;
- nadat hij deze rechtstreeks heeft ontvangen uit een inworp genomen door een medespeler.
Een doelverdediger wordt geacht de bal in bezit te hebben als:
- de bal zich tussen zijn handen bevindt of tussen zijn hand en enig oppervlak (bijv. grond, eigen lichaam etc.) of door de bal met enig deel van de handen of armen te raken, behalve als de bal per ongeluk terugkaatst van de doelverdediger of als de doelverdediger een redding heeft verricht;
- hij de bal op een uitgestrekte, open hand heeft;
- hij de bal stuit of in de lucht gooit’.
Een doelverdediger mag niet worden aangevallen door een tegenstander als hij de bal met zijn handen in bezit heeft.
Spelen op gevaarlijke wijzeSpelen op gevaarlijke wijze betreft elke actie waarbij, in een poging de bal te spelen, het risico bestaat dat een speler (dit geldt ook voor de speler zelf) geblesseerd raakt en houdt ook in het voorkomen dat de tegenstander de bal speelt uit angst om geblesseerd te raken.
Een ‘omhaal’ is toegestaan mits deze, naar het oordeel van de scheidsrechter, geen gevaar oplevert voor de tegenstander.
Een tegenstander in diens loop belemmerenEr is sprake van belemmering, wanneer een speler zich in de loop van een tegenstander plaatst en hem hierdoor hindert, afremt of hem dwingt van richting te veranderen terwijl de bal niet binnen speelbereik is van de betrokken spelers.
Alle spelers hebben recht op hun eigen positie op het speelveld; een tegenstander in de weg staan is niet hetzelfde als een tegenstander in de weg gaan staan.
De bal afschermen is toegestaan. Een speler die zichzelf tussen een tegenstander en de bal plaatst, begaat geen overtreding zolang de bal binnen speelbereik is en de speler de tegenstander niet met zijn armen of lichaam afhoudt. Als de bal binnen speelbereik is, mag de speler op correcte wijze door zijn tegenstander worden aangevallen.
3. Disciplinaire straffen
De scheidsrechter heeft de bevoegdheid om disciplinaire maatregelen te nemen vanaf het moment dat hij voor de wedstrijd het veld betreedt om het speelveld te controleren tot het moment dat hij het speelveld verlaat na het einde van de wedstrijd (inclusief de strafschoppenserie).
Als een speler, voordat hij het speelveld betreedt aan het begin van de wedstrijd, een overtreding begaat die met een veldverwijdering moet worden bestraft, dan heeft de scheidsrechter de bevoegdheid om de speler deelname aan de wedstrijd te ontzeggen (zie Regel 3); de scheidsrechter zal enig ander onbehoorlijk gedrag rapporteren.
Een speler die een overtreding begaat, zowel binnen als buiten het speelveld, ten opzichte van een tegenstander, een medespeler, een wedstrijdofficial of enig ander persoon of de spelregels die moet worden bestraft met een waarschuwing of een veldverwijdering, wordt bestraft al naar gelang de aard van de overtreding.
De gele kaart wordt gebruikt om duidelijk te maken, dat een waarschuwing is gegeven en de rode kaart wordt gebruikt om een veldverwijdering duidelijk te maken.
De gele of de rode kaart kan alleen worden getoond aan een speler, een wisselspeler of een gewisselde speler.
De spelhervatting uitstellen om een kaart te tonenAls de scheidsrechter heeft besloten om een speler te waarschuwen of van het speelveld te verwijderen, dan mag de wedstrijd niet worden hervat totdat de sanctie is opgelegd.
VoordeelAls de scheidsrechter de voordeelregel toepast bij een overtreding die zou zijn bestraft met een waarschuwing of een veldverwijdering als het spel zou zijn onderbroken, dan moet deze waarschuwing / veldverwijdering worden gegeven bij de volgende keer dat de bal uit het spel is, behalve als het ontnemen van een duidelijke scoringskans uitmondt in een doelpunt. Dan ontvangt de speler een waarschuwing voor onsportief gedrag.
Voordeel moet niet worden toegepast wanneer er sprake is van ernstig gemeen spel, een gewelddadige handeling of een overtreding waarvoor een tweede waarschuwing wordt gegeven, tenzij er een duidelijke mogelijkheid is om een doelpunt te maken. De scheidsrechter moet de speler van het veld verwijderen bij de eerstvolgende keer dat de bal uit het spel is. Echter, als de speler de bal speelt of een tegenstander aanvalt of beïnvloedt, dan moet de scheidsrechter het spel onderbreken, de speler verwijderen en hervatten met een indirecte vrije schop, tenzij de speler een ernstiger overtreding beging.
Als een verdediger begint met het vasthouden van een aanvaller buiten het strafschopgebied en hem nog steeds vasthoudt binnen het strafschopgebied, dan moet de scheidsrechter een strafschop toekennen.
Overtredingen die met een waarschuwing worden bestraftEen speler ontvangt een waarschuwing indien hij zich schuldig maakt aan:
- het vertragen van een spelhervatting;
- het door woord of gebaar tonen het niet eens te zijn met een beslissing van de scheidsrechter;
- het speelveld betreden, opnieuw betreden of opzettelijk verlaten, zonder toestemming van de scheidsrechter;
- niet de vereiste afstand in acht nemen bij een hoekschop, vrije schop of inworp;
- herhaaldelijk de spelregels overtreden (‘herhaaldelijk’ wordt niet nader vastgelegd qua aantal en/of patroon);
- onsportief gedrag.
Een wisselspeler of vervangen speler ontvangt een waarschuwing, indien hij één van de volgende overtredingen maakt:
- de uitvoering van een spelhervatting vertragen;
- het door woord of gebaar tonen het niet eens te zijn met een beslissing van de scheidsrechter;
- het speelveld (opnieuw) betreden zonder toestemming van de scheidsrechter;
- onsportief gedrag.
Er zijn verschillende omstandigheden waarbij een speler een waarschuwing moet ontvangen wegens onsportief gedrag, zoals wanneer een speler:
- probeert een scheidsrechter te misleiden, bijv. door een blessure voor te wenden of te doen alsof er een overtreding op hem is gemaakt (“schwalbe”);
- tijdens het spel met de doelverdediger van plaats wisselt of zonder toestemming van de scheidsrechter;
- op onbesuisde wijze een overtreding begaat, die met een directe vrije schop moet worden bestraft;
- hands maakt en daarmee een veelbelovende aanval beïnvloedt of onderbreekt;
- een overtreding begaat om een veelbelovende aanval te verhinderen of te onderbreken, behalve als de scheidsrechter een strafschop toekent voor een overtreding waarbij geprobeerd werd de bal te spelen;
- een tegenstander een duidelijke scoringskans ontneemt door het maken van een overtreding, in een poging de bal te spelen, waarbij de scheidsrechter een strafschop toekent
- hands maakt in een poging een doelpunt te maken (al dan niet succesvol) of een niet geslaagde poging een doelpunt te voorkomen;
- niet toegestane markeringen op het speelveld aanbrengt;
- de bal speelt wanneer hij het speelveld met toestemming verlaat;
- een gebrek aan respect voor het spel toont;
- een bewuste ‘truc’ uithaalt door de bal naar de doelverdediger te spelen (ook uit een vrije schop) met zijn hoofd, borst, knie etc. om de Regel te omzeilen. Het maakt dan niet uit of de doelverdediger de bal wel of niet met zijn handen raakt;
- verbaal een speler misleidt gedurende het spel of bij een spelhervatting.
Het is toegestaan, dat een speler zijn vreugde uit als er is gescoord, maar het moet niet worden overdreven. Redelijke vreugde-uitingen zijn toegestaan, maar de praktijk van ingestudeerde uitingen moet niet worden aangemoedigd en mag niet uitmonden in buitensporig tijdrekken.
Het speelveld verlaten om een doelpunt te vieren is geen overtreding die met een waarschuwing bestraft moet worden, maar de spelers moeten zo snel mogelijk op het speelveld terugkeren.
Een speler moet een waarschuwing ontvangen als hij:
- in de omheining klimt en/of de toeschouwers nadert op een wijze die gevolgen kan hebben voor de veiligheid;
- gebaren maakt of handelt op een wijze die provocerend, beledigend of opruiend zijn;
- zijn hoofd of gezicht bedekt met een masker of soortgelijk voorwerp;
- zijn shirt uittrekt of zijn hoofd er mee bedekt.
Scheidsrechters moeten spelers die de hervatting van het spel vertragen waarschuwen.
Voorbeelden hiervan zijn:
- doen alsof een inworp genomen wordt, maar dan ineens de inworp aan een ploeggenoot overlaten;
- het verlaten van het speelveld vertragen als de speler gewisseld wordt;
- het nemen van een spelhervatting buitensporig lang vertragen;
- de bal wegtrappen of meenemen, of een opstootje uitlokken door de bal opzettelijk te raken nadat de scheidsrechter het spel heeft onderbroken;
- een vrije schop op een verkeerde plaats nemen om af te dwingen dat deze moet worden overgenomen.
Een speler, wisselspeler of gewisselde speler wordt van het speelveld gezonden indien hij één van de hieronder volgende overtredingen begaat:
- de tegenpartij een doelpunt of een duidelijke scoringskans ontnemen, door opzettelijk de bal met de hand of arm te spelen (dit geldt niet voor de doelverdediger binnen zijn eigen strafschopgebied);
- een doelpunt voorkomt, of een tegenstander die zich, in algemene zin, in de richting van het doel van de overtreder begeeft, een duidelijke scoringskans ontneemt, door middel van een overtreding waarvoor een vrije schop moet worden toegekend (tenzij zoals hieronder beschreven)
- ernstig gemeen spel;
- een tegenstander of een ander persoon bespuwen;
- een gewelddadige handeling;
- grove, beledigende taal of een scheldwoord gebruiken en/of gebaren maken;
- het ontvangen van een tweede waarschuwing in dezelfde wedstrijd.
Een speler, wisselspeler of gewisselde speler die van het speelveld is gezonden, dient de nabijheid van het speelveld en de instructiezone te verlaten.
Het ontnemen van een duidelijke scoringskansAls een speler de tegenpartij een doelpunt of een duidelijke scoringskans ontneemt door opzettelijk hands te maken, dan wordt de speler van het speelveld verwijderd, ongeacht de plaats van de overtreding.
Als een speler een overtreding begaat ten opzichte van een tegenstander binnen zijn eigen strafschopgebied en daarmee de tegenstander een duidelijke scoringskans ontneemt en de scheidsrechter dit bestraft met een strafschop, dan ontvangt de overtredende speler een waarschuwing als de overtreding gebeurde in een poging de bal te spelen; in alle andere gevallen (bijv. vasthouden, trekken, duwen, geen mogelijkheid om de bal te spelen etc.) moet de overtredende speler van het speelveld worden gezonden.
Een speler, verwijderde speler, wisselspeler of gewisselde speler die het speelveld betreedt zonder de vereiste toestemming van de scheidsrechter en ingrijpt in het spel of in het spel van de tegenstander en daarmee de tegenstander een doelpunt ontneemt of een duidelijke scoringskans, maakt zich schuldig aan een overtreding die met een veldverwijdering moet worden bestraft.
Het volgende moet in acht worden genomen:
- afstand tussen de overtreding en het doel;
- algemene richting van het spel;
- waarschijnlijkheid om de bal in bezit te houden of te krijgen;
- plaats en aantal verdedigers.
Een tackle of het aangaan van een duel waarbij de veiligheid van de tegenstander in gevaar wordt gebracht, moet worden bestraft als ernstig gemeen spel.
Een speler die naar een tegenstander springt in een duel om de bal te veroveren, hetzij van voren, van opzij of van achteren, en dit doet met een of beide benen met buitensporige inzet of de veiligheid van de tegenstander in gevaar brengt, maakt zich schuldig aan ernstig gemeen spel.
Gewelddadige handelingEen speler maakt zich schuldig aan een gewelddadige handeling als hij buitensporige inzet of geweld gebruikt, of probeert te gebruiken, ten opzichte van een tegenstander, zonder dat dit in strijd om de bal is, of ten opzichte van een medespeler, teamofficial, wedstrijdofficial, toeschouwer, of enig ander persoon, ongeacht het feit of er sprake is van contact.
Daaraan toegevoegd: een speler die, niet in strijd om de bal, opzettelijk een tegenstander of enig ander persoon, op het hoofd of in het gezicht slaat met zijn hand of arm, maakt zich schuldig aan een gewelddadige handeling, tenzij de hoeveelheid kracht die werd gebruikt verwaarloosbaar is.
Overtredingen waarbij een voorwerp (of de bal) wordt geworpenDe scheidsrechter neemt in alle gevallen de gepaste disciplinaire maatregelen:
- onbesuisd was – de overtreder waarschuwen wegens onsportief gedrag;
- met buitensporige inzet was – de overtreder verwijderen wegens een gewelddadige handeling.
4. Spelhervatting na overtredingen en onbehoorlijk gedrag
- Als de bal uit het spel is, moet het spel hervat worden al naar gelang de voorafgaande beslissing;
- Als de bal in het spel is en een speler begaat een overtreding binnen het speelveld tegen:
- een tegenstander – indirecte of directe vrije schop of een strafschop;
- tegen een medespeler, wisselspeler, gewisselde of verwijderde speler, teamofficial of een wedstrijdofficial – directe vrije schop of strafschop;
- enig ander persoon – een scheidsrechtersbal;
- Als de bal in het spel is
- en een speler begaat een overtreding tegen een wedstrijdofficial of een tegenstander, wisselspeler, gewisselde of verwijderde speler, of teamofficial buiten het speelveld of;
- een wisselspeler, gewisselde of verwijderde speler of teamofficial een overtreding begaat tegen, of ingrijpt in het spel van, een tegenstander of wedstrijdofficial buiten het speelveld,
dan wordt het spel hervat met een vrije schop op de doel- of zijlijn het dichtst bij de plaats waar de overtreding/het ingrijpen plaatsvond; een strafschop wordt toegekend als dit een overtreding is waarvoor een directe vrije schop moet worden toegekend, binnen het strafschopgebied van de overtreder.
Als een speler, die zich binnen of buiten het speelveld bevindt, een voorwerp gooit (geldt ook voor de bal) naar een tegenstander, wisselspeler, gewisselde of verwijderde speler, of teamofficial, wedstrijdofficial of de bal, dan wordt het spel hervat met een directe vrije schop vanaf de plaats waar het object de persoon of de bal raakte of geraakt zou hebben. Als dit buiten het speelveld is, dan wordt het spel hervat op de dichtstbijzijnde plaats op de doel- of zijlijn; een strafschop wordt toegekend wanneer dit binnen het strafschopgebied van de overtreder is.
Als een wisselspeler, gewisselde of verwijderde speler, of een speler die het speelveld tijdelijk heeft verlaten of een teamofficial een voorwerp op het speelveld trapt of gooit, en het beïnvloedt de loop van het spel, een tegenstander of een wedstrijdofficial, dan wordt het spel hervat met een directe vrije schop (of strafschop) op de plaats waar het voorwerp het spel beïnvloedde of de tegenstander, wedstrijdofficial of de bal raakte of geraakt zou hebben.