Regel 4 De uitrusting van de spelers
1. Veiligheid
Een speler mag niets dragen of gebruiken dat gevaarlijk is. Alle soorten sieraden (halskettingen, ringen, armbanden, oorringen, leren bandjes, rubber bandjes etc.) zijn verboden en moeten verwijderd worden. Tape gebruiken om sieraden te bedekken is niet toegestaan.
Voor aanvang van de wedstrijd moeten de spelers worden gecontroleerd; wisselspelers voordat ze het speelveld betreden. Als een speler iets draagt of gebruikt (uitrusting of sieraden) dat niet is toegestaan of gevaarlijk is, moet de scheidsrechter de speler opdragen om:
- het onderdeel te verwijderen;
- het speelveld te verlaten bij de volgende onderbreking als de speler niet in staat is of niet bereid om hieraan te voldoen.
Een speler die weigert om hieraan te voldoen, of die het onderdeel opnieuw draagt ontvangt een waarschuwing.
2. Standaarduitrusting
De verplichte standaarduitrusting van een speler bestaat uit de volgende afzonderlijke onderdelen:
- een shirt met mouwen
- korte broek
- kousen, als tape of enig ander materiaal dat is aangebracht aan de buitenkant van de kousen moet deze van dezelfde kleur zijn als dat deel van de kousen waarop het is aangebracht of bedekt;
- scheenbeschermers – deze moeten zijn gemaakt van geschikt materiaal om afdoende bescherming te bieden en moeten zijn bedekt door de kousen
- schoenen
Doelverdedigers mogen een trainingsbroek dragen.
Een speler die zijn schoen(en) of scheenbeschermer per ongeluk verliest moet dit zo spoedig mogelijk herstellen en niet later dan de eerstvolgende keer dat de bal uit het spel gaat; als, voordat dit gebeurt, de speler de bal speelt en/of een doelpunt scoort, dan wordt het doelpunt toegekend
3. Kleuren
- De twee teams moeten kleding dragen die de teams onderscheidt van elkaar, evenals van de wedstrijdofficials
- De doelverdedigers moeten kleding dragen die hen onderscheidt van de andere spelers en de wedstrijdofficials.
- Wanneer de shirts van de doelverdedigers van gelijke kleur zijn en geen van de twee heeft een ander shirt, zal de scheidsrechter de wedstrijd laten spelen.
Onderkleding moet de zelfde kleur hebben als de hoofdkleur van de mouwen van het shirt; een slidingbroek of maillot moet van dezelfde kleur zijn als de hoofdkleur van de korte broek of het onderste deel van de korte broek - spelers van hetzelfde team moeten dezelfde kleur dragen.
4. Overige uitrusting
Het is toegestaan beschermende, niet gevaarlijke uitrusting te dragen, zoals hoofdbedekking, gezichtsmaskers, knie en armbeschermers gemaakt van zacht, lichtgewicht gevoerd materiaal, als ook petten van de doelverdediger en sportbrillen.
HoofdbedekkingAls hoofdbedekking wordt gedragen, dan moet deze (met uitzondering van de petten van de doelverdedigers):
- zwart zijn of van dezelfde hoofdkleur als het shirt (vooropgesteld dat de spelers van hetzelfde team dezelfde kleur dragen);
- in overeenstemming zijn met de professionele uitstraling van de uitrusting van de speler
- niet zijn vastgemaakt aan het shirt;
- geen gevaar opleveren voor de speler die het draagt of voor een andere speler (bijv. een sluitmechanisme om de hals);
- geen uitstekende onderdelen bezitten.
Spelers (inclusief wisselspelers, gewisselde spelers en weggezonden spelers) mogen geen enkele vorm van elektronische of communicatie uitrusting dragen of gebruiken (behalve wanneer EPVS is toegestaan). Het gebruik van enige vorm van elektronische communicatie door team officials is niet toegestaan, behalve wanneer het direct in verband staat met het welzijn of de veiligheid van de spelers.
Elektronische prestatie en volgsystemen (EPVS)Daar waar draagbare technologie (DT) als onderdeel van elektronische prestatie en volgsystemen (EPVS) wordt gebruikt in wedstrijden die worden gespeeld in een officiële competitie, georganiseerd onder de auspiciën van de FIFA, confederaties of nationale bonden, dan moet deze technologie die is bevestigd aan de uitrusting van de speler, de volgende aanduiding hebben:
Deze aanduiding geeft aan dat het officieel is getest en voldoet aan de minimum veiligheidseisen van de International Match Standard, zoals ontwikkeld door de FIFA en goedgekeurd door de IFAB. De instituten die de testen uitvoeren hebben toestemming van de FIFA nodig. De overgangsperiode duurt tot 31 mei 2018.
Daar waar EPVS (Elektronische Prestatie & VolgSystemen) worden gebruikt (afhankelijk van de toestemming van de betreffende bond of organisator van de competitie):
- mogen deze geen gevaar opleveren;
- mogen de informatie en data die door de apparaten/systemen worden verstuurd niet worden ontvangen of gebruikt in de instructiezone tijdens de wedstrijd.
5. Slogans, uitingen, afbeeldingen en reclame
Op de uitrusting mogen geen politieke, religieuze, persoonlijke slogans, uitingen of afbeeldingen aangebracht zijn. Een speler mag geen onderkleding laten zien met daarop politieke, religieuze, persoonlijke slogans, uitingen of afbeeldingen, of andere reclame dan het logo van de fabrikant, In geval van overtreding zal de speler en/of het team worden gestraft door de organisator van de competitie, de nationale bond of worden toegestaan door de FIFA.
6. Overtredingen en straffen
Bij een overtreding van deze regel hoeft het spel niet te worden onderbroken en moet de speler:
- in opdracht van de scheidsrechter, het speelveld verlaten om zijn uitrusting in orde te brengen;
- het speelveld verlaten bij de eerstvolgende onderbreking, tenzij hij zijn uitrusting al in orde heeft gebracht.
Een speler die het speelveld verlaat om zijn uitrusting in orde te brengen of te verwisselen, moet:
- de uitrusting laten controleren door een wedstrijdofficial voordat hij toestemming krijgt het veld opnieuw te betreden;
- alleen terugkeren met toestemming van de scheidsrechter (die tijdens het spel gegeven kan worden).
Een speler die het speelveld opnieuw betreedt zonder toestemming van de scheidsrechter, ontvangt een waarschuwing en als het spel is onderbroken door de scheidsrechter om een waarschuwing te geven, wordt een ndirect vrije schop toegekend, vanaf de plaats waar de bal was toen het spel werd onderbroken.