Regel 14 De strafschop
Een strafschop wordt toegekend als een speler een overtreding begaat welke met een directe vrije schop wordt bestraft, binnen zijn eigen strafschopgebied, of buiten het speelveld als onderdeel van het spel, zoals beschreven in Regel 12 en 13).
Uit een strafschop kan rechtstreeks worden gescoord.
1. Procedure
De bal moet stilliggen op de strafschopstip. De speler die de strafschop neemt moet duidelijk herkenbaar zijn. De doelverdediger van de verdedigende partij moet, totdat de bal is getrapt, op de doellijn tussen de doelpalen blijven met de voorzijde van zijn lichaam richting de strafschopnemer.
De overige spelers bevinden zich:
- op tenminste 9.15 meter van de strafschopstip;
- achter de strafschopstip;
- binnen het speelveld;
- buiten het strafschopgebied.
Nadat de spelers hun posities hebben ingenomen, in overeenstemming met deze regel, geeft de scheidsrechter het fluitsignaal dat de strafschop genomen mag worden. De strafschopnemer moet de bal in voorwaartse richting trappen; een hakbal is toegestaan onder voorwaarde dat de bal voorwaarts beweegt. De bal is in het spel wanneer deze is getrapt en duidelijk beweegt.
De nemer mag de bal niet voor de tweede keer spelen voordat deze is geraakt door een andere speler.
De strafschop heeft zijn uitwerking gehad als de bal niet langer beweegt, uit het spel gaat of als de scheidsrechter het spel onderbreekt voor een overtreding van de spelregels
De wedstrijd moet worden verlengd voor een strafschop die wordt genomen aan het eind van een helft van de wedstrijd en de verlenging. Wanneer dit wordt toegepast dan heeft de strafschop zijn uitwerking gehad als, nadat de bal is genomen, niet langer beweegt, uit het spel gaat, gespeeld wordt door een andere speler (inclusief de nemer), met uitzondering van de verdedigende doelverdediger, of als de scheidsrechter het spel onderbreekt voor een overtreding door de nemer of door een ploeggenoot van de nemer. Als een verdediger (inclusief de doelverdediger) een overtreding begaat en de strafschop wordt gemist/tegengehouden, dan wordt de strafschop overgenomen.
2. Overtredingen en straffen
Nadat de scheidsrechter het teken voor het nemen van een strafschop heeft gegeven, moet de strafschop worden genomen. Als, voordat de bal in het spel is, één van de volgende situaties zich voordoen:
De nemer of een ploeggenoot maakt een overtreding:
- als de bal in het doel gaat, wordt de strafschop overgenomen;
- als de bal niet in het doel gaat, onderbreekt de scheidsrechter het spel en hervat de wedstrijd met een indirecte vrije schop;
behalve in onderstaande situaties waarbij het spel wordt onderbroken en hervat met een indirecte vrije schop, ongeacht of er wel of niet een doelpunt is gescoord:
- de strafschop wordt in achterwaartse richting getrapt;
- een medespeler van de beoogde nemer neemt de strafschop; de scheidsrechter geeft de speler die de strafschop nam een waarschuwing;
- een schijnbeweging maken bij het trappen van de bal, nadat de aanloop is afgerond (een schijnbeweging tijdens de aanloop is toegestaan); de scheidsrechter geeft de nemer een waarschuwing.
De doelverdediger of een ploeggenoot maakt een overtreding:
- als de bal in het doel gaat, wordt een doelpunt toegekend;
- als de bal niet in het doel gaat, dan wordt de strafschop overgenomen; de doelverdediger ontvangt een waarschuwing als deze verantwoordelijk is voor de overtreding.
- Als een speler van beide teams een overtreding begaat dan wordt de strafschop overgenomen, tenzij een speler een ernstiger overtreding begaat (bijv. ongeoorloofde schijnbeweging);
- Als zowel de doelverdediger als de nemer tegelijkertijd een overtreding begaan:
- Als de strafschop wordt gemist of tegengehouden, dan wordt de strafschop overgenomen en ontvangen beide spelers een waarschuwing;
- Als een doelpunt wordt gemaakt, dan wordt het doelpunt afgekeurd, de nemer ontvangt een waarschuwing en het spel wordt hervat met een indirecte vrije schop voor de verdedigende partij.
Als, nadat de strafschop is genomen:
de nemer de bal voor de tweede keer raakt voordat deze is geraakt door een andere speler:
- wordt een indirecte vrije schop toegekend (of een directe vrije schop in het geval van opzettelijk hands)
de bal wordt geraakt door een handeling van buitenaf, terwijl de bal zich in voorwaartse richting beweegt:
- de strafschop wordt overgenomen tenzij de bal in het doel gaat en de ingreep de doelverdediger of een verdediger er niet van weerhoudt om de bal te spelen. In dat geval wordt het doelpunt toegekend als de bal in het doel gaat (zelfs als er contact werd gemaakt met de bal), tenzij de bal in het doel van de tegenpartij gaat.
de bal terug in het speelveld springt van de doelverdediger, de doellat of een doelpaal, en dan wordt geraakt door een handeling van buitenaf:
- onderbreekt de scheidsrechter het spel;
- wordt het spel hervat met een scheidsrechtersbal op de plaats waar de bal werd geraakt door de handeling van buitenaf.